Verklarende woordenlijst van de bruidsmode

Het kan zijn dan je in je zoektocht naar je droomjurk een flinke hoeveelheid kleermakersjargon en technische kreten hoort. Hier is een kleine 'zakgids' om een aantal specifieke termen in de bruidsmode te vertalen.

Silhouetten

• A-lijn. Jurk die vanuit de taille wijd uitloopt.
  


• Zeemeermin (mermaid). De zeemeermin heeft onderin de vorm van een vissestaart: nauwsluitend ongeveer tot op de knieën, dan wijd uitlopend naar de grond.
  


• Baljurk. Ben je bekend met de prinsessen uit verschillende disney-films? Assepoester, Belle en het beest, Sneeuwwitje etc. Op hun best dragen ze allemaal een baljurk. Smal lijfje, enorme (opgeplooide) rokken. that's it!


• Column. Nauwsluitende jurk, volgt je figuur.
  


• Empire. Jurk van soepele stof met accent onder de boezem. Een 'griekse godinnenjurk' is een goed voorbeeld van een empire lijn.
  


• Shift. Gemaakt van soepelvallende stof en loopt recht naar beneden vanaf de schouders.
  Was erg populair in de roaring twenties. Wordt gedragen met ceintuur om er vrouwelijk uit te zien.

Rokken

• Polonaise. Overliggende panden op een rok, vaak naar achteren getrokken om op de zijden een draperie te creëren.
• Draperie. Geplooide constructie.
  

Halslijnen

Hiervoor verwijzen we graag naar een eerder geschreven artikeltje, toepasselijk getiteld 'halslijnen'.

Mouwen

• kopmouwtje. Heel kort mouwtje, eindigend precies op de zijkant van de schouder.
  


• petal. 2 pandige mouw, open aan de zijden, bij elkaar gehouden door de manchet en soms koordjes. Typisch elf-achtig model.
  


• Juliet. Juliet is vernoemd naar Shakespeare's Julia (in het engels Juliet). De mouw is strak met een dramatische balvormige draperie op de schouder (en vaak ook de bovenarm).
  


• trois-quarts. Driekwart mouw.
  


• illusion. Mouw van transparante stof, soms versiert met borduursel of rocaille.
  


• ballonmouw. volumineuze balvormige mouw.
  


• trompet. Strakke mouw die vanaf de elleboog wijd uitloopt.
  


• pofmouw. Iets soortgelijks als de ballonmouw en de juliet. Vaak geen (zichtbare) manchet.

Jurk Lengtes

• Tea length. 7/8 lengte, net boven de enkel.
  


• Intermission. Kan elke lengte hebben tussen knie en enkel.
  


• Hi-Lo. Aan de voorzijde kort, aan de achterzijde lang.
  

Sleep stijlen en lengtes.

• Court. Korte sleep uitlopend vanaf de taille, zodoende zit er meer stof in de achterkant van de jurk.
  


• Brush. Klein sleepje van zo'n 50 cm.
  


• Watteau. Losse sleep, afhangend vanaf de schouders.
  


• Panel. Ook een losse sleep, maar dan vanaf de taille.


• queue (spreek uit keu). Staart of pluim (het woord wordt wel gebruikt voor een grote sleep van tule).
  


• Chapel. Grote geintegreerde sleep met lengte van een meter.
  


• Cathedral. Vergelijkbaar met Chapel, maar nog dramatischer met lengtes tot 2 meter.
  


• Royal / Monarch. Een sleep die een echte prinses zou dragen met een lengte tot wel 4 meter, uitlopend vanaf de taille. Hier heb je echt sleepdragers voor nodig.
  

Sluiers

• Blush. Heel kort sluiertje, reikt maximaal tot op de schouder.
  


• Waltz. Reikt van je hoofd recht naar beneden tot op de grond.
  


• Chapel. Zie sleeplengtes.
  


• Cathedral. Zie sleeplengtes
  


• Mantilla (Mantieja). Spaanse stijl sluier, afgezet met kant. Kan op verschillende manieren gedragen worden. Eén manier is met bewerkte rand plat op je haar, anders met een grote kam (peiñeta) in je haar gestoken en terug naar achteren geworpen.
  


• Double tier (dabbel taijer). Dubbele sluier met de korte zijde voor het gezicht van de bruid. Deze kan bijvoorbeeld na de inzegening bij de kus naar achteren worden geworpen.
  


• Pouf. De sluier wordt op het hoofd bijelkaar genomen en gedrapeerd in een bloem-, aureool- of kroon-achtige vorm.